Wie kan zich niet zijn of haar beëdiging als militair herinneren? Voor bijna iedereen zal dat voor altijd in het geheugen staan gegrift. Veelal op de kazerne of misschien een openbare plek in de stad. Maar de beëdiging op 2 september op het slagveld van Waterloo in België moet op de nieuwe leden van de regimenten Huzaren van Boreel en Huzaren Prinses Catharina-Amalia en hun relaties beslist een onuitwisbare indruk hebben gemaakt!
De historische betekenis van een beëdiging op deze wel heel bijzondere locatie werd door de regimentscommandanten kolonel Hans van Dalen en luitenant-kolonel Corstiaan de Haan uitvoerig uit de doeken gedaan. Op de plek waar ruim 200 jaar geleden cavaleristen van de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden hun leven in de waagschaal legden om de opmars van Napoleon te stoppen, stonden vertegenwoordigingen van het tegenwoordige Nederland en België nu weer gebroederlijk naast elkaar om de ceremonie luister bij te zetten. En alsof ook de geesten van de gevallenen van toen zich kenbaar wilden maken, trok er zelfs even een heuse wervelwind vrijwel recht over de Fanfare Bereden Wapens.Onder de klanken van het FBW en in het bijzijn van hun collega’s van 104 Verkenningseskadron, 11 BVE, 42 BVE, 43 BVE, 414 Tankbataljon, een afvaardiging van het Belgische bataljon Jagers te Paard, het Cavalerie Ere-Escorte en het Korps Rijdende Artillerie liepen de te beëdigen militairen vervolgens één voor één naar voren om de eed of belofte af te leggen. Onder het toeziend oog van de hoog boven de aanwezigen uittorenende Leeuw van Waterloo werden op de standaarden van onze twee cavalerieregimenten in totaal zo’n 60 militairen beëdigd.
Die standaarden werden speciaal voor de gelegenheid ingetreden door de bereden standaardgroep van het CEE. Na het overdragen van de standaarden aan de respectievelijke Regimentsadjudanten RHB en RHPCA werd de eed of belofte afgelegd. Na de beëdiging van de laatste militair werden de standaarden weer op een waardige wijze door de acht ruiters van de standaardgroep uitgetreden. De ceremonie werd afgesloten door het binnenrijden van een ‘6-veld’ van het KRA en het afvuren van dit stuk in de richting van de destijds optrekkende Franse soldaten van Napoleon.